Halve spanning
Ga je een keer mee judoën? Die vraag was al een aantal keer gesteld aan me gesteld en ik had altijd vriendelijk lachend geweigerd. Ik ga toch zeker niet in een wit pakkie rond rennen tussen de andere witte pakkies en dan ook nog allemaal aan elkaar sjorren, duwen en trekken.
Wat ik me van mijn vroegere judolessen nog wel kon herinneren waren de geur van zweetvoeten, groene matten afgeplakt met plakband waar de gaten er in zaten. En het maken van een judorol over 4, 5 of 6 andere kindjes heen. Dat vond ik toch wel het allerleukst. De verplichte clubkampioenschappen waarbij ik de wedstrijdjes het liefst gelijk verloor omdat het dan maar over was. En aan de andere kant de keer dat mijn tegenstander zo hard moest huilen omdat hij me niet om gerold kreeg en ik toch zeker een meisje was.
Al met al niet echt een aantrekkelijk vooruitzicht om een keertje gezellig mee je judoen, daarnaast vreesde ik dat mijn conditie in zo’n slechte staat was dat ik het warm-uprondje amper zou overleven.
En toch…. Toen verbaasde ik mezelf, ik zei: “Ja, is goed” (dit is in de zelfde periode als toen ik voor het werk een nieuwe richting in sloeg, zie blog ben jij de beste versie van jezelf?)
Blijkbaar verraste ik de vraagsteller ook want die vroeg verbaasd: ja??? Ja, ik ga het doen. Gewoon doen! Om uit mijn comfortzone te zijn, want daar leer je uiteindelijk het meest.
Dat is behoorlijk gelukt, ik was ver uit mijn comfort zone…
vooral in de meest gekke dingen. Dat witte pakkie dus, blijft een vormloos stuk katoen. Het gevoel aan je voeten van de matten en het grote aantal zwarte banden die gebruikt worden om de witte pakkies van vergevorderde judoka’s dicht de houden.
En daar zat ik, in een geleend wit pak met witte band, in het rijtje met de andere judoka’s. 2 andere dames waren enthousiast dat er nog een vrouw mee deed en ik had dan ook vrij vlot iemand waar ik achteraan kon rennen, tijgeren, billen schuiven en weet ik wat nog meer voor goed bedoelde manieren om vooruit te komen, en haar zo goed mogelijk probeerde te kopieerden.
Toen kwam het moment dat…
het toch echt tijd werd om samen een nieuwe worp te leren / oefenen. Het werd een beenworp, de Japanse naam klonk indrukwekkend en de demonstratie ook. In kleine stapjes werd het opgedeeld zodat er beetje bij beetje meer van de worp zichtbaar werd. Het positie kiezen en uit balans brengen, wisselen, positie kiezen en uit balans gebracht worden. Net zo lang tot dat het moment daar komt dat er ook daadwerkelijk geen grond meer onder je voeten is. Het volledige rijtje wordt doorlopen, positie kiezen, uit balans brengen en werpen. Maar op zon gecontroleerde manier, mijn jas wordt vast gehouden en er wordt gezorgd dat ik zacht land. Ik leer snel en pas dat dus ook toe. Het judo aspect van de les valt me eigenlijk heel erg mee en stiekem heb ik er ook gewoon lol in.
Na een paar keer vallen en werpen zegt mijn partner, dat ze het zo knap vind dat ik durf te vallen, de meeste nieuwelingen houden zich stijf en gespannen en ik lijk juist het tegenover gestelde te doen. Ze geeft als suggestie dat het waarschijnlijk nog beter gaat als ik iets meer spanning in mijn lijf zet tijdens de worp.
Opeens beginnen er allerlei radertjes te draaien, dit klinkt zo bekend. Niet alleen tijdens deze les maar eigenlijk in van alles wat ik doe. Ik sta volledig gespannen als een snaar of juist spanningsloos als een zoutzak. Waarom zou ik niet veel meer met halve spanning doen? Genoeg spanning om lekker mee te doen maar niet te veel zodat het star wordt of verstijft. Genoeg spanning om los en soepel te bewegen maar niet te weinig zodat iedere beweging je uit balans kan brengen.
Halve spanning kan ik toepassen op zo veel dagelijkse bezigheden, in zo veel situaties. Op het werk en thuis, bij collega’s en kinderen.
De worp ging daarna ook een stek beter omdat ik me dus niet als een zoutzak liet vallen maar voldoende spanning gebruikt om de worp mogelijk te maken en beter op te kunnen vangen tijdens het vallen.
Er hangt een klok in de Dojo en ik betrap mezelf er op dat ik regelmatig kijken hoe lang het nog duurt, ik heb lol maar ben gesloopt na 5 kwartier. Als ik aan de judoka naast me vraag hoe lang de les eigenlijk duurt begint ze te lachen, normaal gesproken anderhalf uur, maar ze lopen meestal uit. En inderdaad na twee uur in mijn geleende witte pak is het klaar, mijn avontuur buiten mijn comfortzone. Missie geslaagd, lol gehad en veel geleerd, zowel over judo als over mezelf.
Wat doe jij strak gespannen of juist zonder voldoende spanning? Hoe voel jij dat je in jouw halve spanning zit?